dinsdag 1 juni 2010

Meer vieze kinderen op straat















A.s. woensdag is het weer de Nationale Straatspeeldag. Poging van een aantal organisaties zoals Veilig Verkeer Nederland, Jantje Beton, VNG om kinderen te stimuleren meer buiten te spelen.
Mooi initiatief. (Te) veel kinderen zitten (te) vaak binnen achter de computer. Goed dat er aandacht is voor het buitenspelen en in drukke steden is het op sommige plekken ook weleens prettig dat de straten vrij zijn om te spelen en er niet op het verkeer gelet hoeft te worden.
Wat me echter opvalt, is dat er direct ook weer allerlei georganiseerde activiteiten zijn: thema’s als coboys en indianen, georganiseerde spellen, springkussens etc. Ik vind dat weer zo typerende voor deze tijd en hoe wij met kinderen omgaan. Volwassenen reiken kinderen van alles aan, er wordt bedacht wat ze leuk vinden en hoe lang en op welke wijze. De activiteiten zijn verantwoord, en gescreend op alle veiligheidsnormen. Volledig begeleid onder toeziend oog van volwassenen. Kinderen hoeven alleen nog maar in te stappen en te volgen wat voor hen is vóór bedacht. Op internet vinden ze allerlei leuk ‘Buitenspeel-tips’.
Alsof kinderen zelf van oorsprong niet in staat zijn de meest creatieve spellen te bedenken van datgene wat voorhanden is. Kinderen hebben helemaal niet zoveel nodig; hun geest is van nature creatief en associatief. Kijk maar eens naar een kind wat naar buiten rent en een tal ziet liggen. Direct wordt de tak opgepakt, het is een wapen, auto, vliegtuig of dier. Bijpassende geluiden worden gemaakt, de tak zoeft door de lucht, een vriendje vangt hem op en een nieuw samenspel is ontstaan. Zo kan het gaan en zo gaan kinderen van nature om met wat hen aangereikt wordt. Uren kunnen ze zo spelen. Echter, volwassenen zien dan allerlei gevaren: is die tak niet erg scherp, daar kan je je aan prikken. En kijk eens wat een vieze modder eraan kleeft. Doe maar weg, bah. Hier pak je auto maar. Ouders van tegenwoordig zitten er bovenop. Veel meer dan een paar generaties lang geleden worden kinderen in het oog gehouden en zijn ouders in de buurt als er buiten gespeeld wordt. Dat is ook wel logisch gezien alle veranderingen in de maatschappij. Die is, moeten we constateren, toch echt een stuk minder veilig dan pakweg 30 jaar geleden.

Dit alles geldt dan nog voor die kinderen die in de gelukkige omstandigheden zijn dat ze buiten kunnen spelen en hun ouders tijd hebben erbij te zijn. Kinderen die in kindercentra op de buitenschoolse opvang zitten worden geconfronteerd met de controle drift en angst voor risico’s van onze overheid. Stel je voor dat een kind een schaafwond oploopt, er schade aan spullen ontstaat, er een claim in gediend wordt…
Ook hier regeert de angst en regeldrift. Als er 1 kind uit een boom valt worden alle bomen tot verboden terrein.
Ik wil hier pleiten voor meer vieze kinderen op straat, en vooral, meer terreinen waar ze bemodderd, geschramd en geschaafd vandaan kunnen komen. Zo leren ze waar hun grenzen liggen, ontwikkelen ze zich motorisch en krijgen ze de ruimte zelf hun problemen op te lossen. Klimmen in bomen, sjouwen met stenen, soepjes maken van modder, bouwen met takken en stukken karton. En dat alles eindelijk eens wat verder uit het zicht van die bezorgde volwassenen. Laat die zich er eens helemaal niet mee bemoeien en het aan de kinderen zelf overlaten hun creativiteit te ontwikkelen en ter plekke hun eigen buitenspelen te bedenken.
Laten de volwassenen zich er maar op richten dat er meer buitenspeelterreinen komen, en dan ook nog graag zonder die afschuwelijke wipkip of ergonomisch en pedagogisch doorgedachte speelobjecten. Geef de straten terug aan de kinderen.
In de Volkskrant van vandaag een pleidooi voor de speeltuin:
http://www.volkskrant.nl/vk-online/VK/20100601___/2_038/#original